DE STADSECOLOOG

Wat is het belang van stadstuinen voor de ecologie van een stad?

Veel dier- en plantensoorten zijn tegenwoordig afhankelijk van de stedelijke omgeving. Dit is een gevolg van een steeds ongeschikter wordend buitengebied. Waar vroeger een gevarieerd boeren landschap met (bloemrijke) weilanden, akkers, houtsingels, heggen, struiken e.d. aanwezig was, is dit veranderd in intensief gebruikte landbouwgronden. Hier kunnen weinig verschillende soorten planten, insecten, vogels en andere dieren overleven. In de stad voelen heel wat verschillende soorten zich door de aanwezigheid van tuinen, parken, bermen, sloten en slootkanten thuis. Een rijk planten- en dierenleven draagt bij aan een gezonde (moes)tuin waar plaagdiertjes weinig kans krijgen en waar nuttige insecten zorgen voor de bestuiving van uw groente en fruit. Hieronder vindt u per categorie een aantal tips, links en boeken om wilde planten en dieren een handje te helpen.

VOGELS

Vogels komen graag in uw tuin als zij een schuilplaats, -nestplaats en voedsel kunnen vinden. Voor vogels bieden bomen, struiken, klimplanten en heggen uitstekende mogelijkheden om een nest te bouwen, een veilig onderkomen te zoeken en voedsel te vinden. De randen van een tuin zijn uitermate geschikt om die ruimte te bieden. Kies hierbij voor soorten die van nature in Nederland voorkomen zoals lijsterbes, hulst, gewone vogelkers, wilde liguster (als haag) wilde kamperfoelie, klimop en blauwe regen. Op inheemse soorten komen veel meer insecten voor. In het broedseizoen zijn vogels hiervan afhankelijk om hun jongen te voeden. In de winterperiode bestaat het voedsel uit zaden en bessen. Wilde planten, grassen en besdragende struiken zorgen hiervoor. U kunt natuurlijk altijd een nestkastje ophangen. Huismussen nestelen onder dakpannen of in speciale nestkasten die u kunt ophangen. Door de aanwezigheid van vogels vermindert de overlast van plaagdiertjes.

Literatuurtips
– R. Burton (2004). Vogels over de vloer, Tirion Uitgevers bv. Baarn
– B. Rijpkema (2012).Tuinieren voor (wilde) dieren, KNNV Uitgeverij. Zeist
– T. Hoogeveen & M. Kemperink (2014). STADStuinieren: groen geluk op postzegelformaat, KNNV Uitgeverij. Zeist

KLEINE ZOOGDIEREN

OP DE GROND: Kleine zoogdieren zoals egels en diverse soorten muizen zoals de bosmuis kunnen heel wat insecten en slakken verorberen. Om deze dieren naar uw moestuin te lokken hebben ze voldoende voedsel en beschutting nodig. Een randvoorwaarde is natuurlijk dat uw tuin voor deze dieren bereikbaar is. Dit betekent dat zich in de omgeving ook groene tuinen bevinden en dat niet overal barrières zoals dichte schuttingen aanwezig zijn. Zelf kunt het aantal barrières verminderen door als erfafscheiding een haag te plaatsen of de onderste plank van een schutting te verwijderen en de schutting te laten begroeien door klimplanten zoals wilde kamperfoelie of klimop. Ook een rommelhoekje zorgt voor de nodige beschutting en voedsel.
IN DE LUCHT: Naast onze grondgebonden medebewoners leeft ook een bijzondere groep kleine vliegende zoogdieren in de stad: vleermuizen. In Den Haag komen wel 12 verschillende soorten vleermuizen voor. Van de 21 tot nu toe voorkomende soorten in Nederland is dat heel bijzonder. Voor vleermuizen wordt door de Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland al meer dan 30 jaar onderzoek gedaan naar de verspreiding van vleermuizen in Den Haag. De belangrijkste gebieden voor vleermuizen hebben we op kaart gezet. De meest algemeen voorkomende soort in Den Haag is de gewone dwergvleermuis. Dit is de soort die onze huizen gebruiken om in te wonen (zoals tussen spouwmuren of onder open dakoverstekken). Het voedsel van vleermuizen bestaat uit insecten. Groene tuinen zijn daarom heel belangrijk als jachtgebied!

Literatuurtips
– B. Rijpkema (2012).Tuinieren voor (wilde) dieren, KNNV Uitgeverij. Zeist
– T. Hoogeveen & M. Kemperink (2014). STADStuinieren: groen geluk op postzegelformaat, KNNV Uitgeverij. Zeist

INSECTEN

Moestuinen vormen locaties bij uitstek waar bijen en vlinders hun voedsel kunnen vinden. Deze insecten zijn heel belangrijk zijn voor bestuiving van gewassen en zijn natuurlijk mooi om te zien. Zonder bestuivers hebben we bijvoorbeeld geen appels, kersen en aardbijen. Daarom zijn met name bijen heel belangrijk voor onze economie.

Bijen
Bij bijen maken we onderscheid tussen honingbijen en wilde bijen (solitaire bijen en hommels). Honingbijen worden door een imker gehouden in bijenkasten en zijn dus gedomesticeerde bijen. Daarnaast leven er 350 soorten wilde bijen in Nederland. Deze wilde bijen dragen net als honingbijen bij aan de bestuiving van gewassen. U hoeft niet bang te zijn dat wilde bijen steken. Dit doen zij alleen als ze in het nauw zitten door ze bijvoorbeeld vast te pakken. U kunt wilde bijen aantrekken door te kiezen door planten die stuifmeel en nectar geven (inheemse bloemen/bloembollen), te zorgen dat bloeiende planten aanwezig zijn vanaf het voorjaar tot het najaar, nestelgelegenheid te bieden door blokken hout te voorzien van boorgaatjes, een rommelhoekje te creëren met stenen en zand en/of de tuin te voorzien van klimplanten of een heg. Zie ook onze interne site.

Vlinders
In Nederland komen nog maar 53 verschillende dagvlinders voor. Het gaat niet goed met de vlinders omdat de leefomgeving steeds minder geschikt wordt. U kunt de vlinders een handje te helpen door uw moestuin vlindervriendelijk in te richten. Deze moet dan aan verschillende voorwaarden voldoen. Vlinders zijn koudbloedige dieren en hebben zonnige, beschutte plekjes in de tuin nodig om op warmen, zij hebben dood hout of plantresten nodig om te overwinteren, bloeiende planten die nectar geven (inheemse bloemen/bloembollen) en planten waarop de eitjes kunnen worden afgezet (waar de rupsen van eten). Wist u dat de rupsen van de kleine vos, atalanta en de dagpauwoog de bladeren van brandnetels eten? Een rommelhoekje waar beschutting is en waar wilde planten een plekje hebben, is uitermate geschikt.

I am text block. Click edit button to change this text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Literatuurtips
– B. Rijpkema (2012).Tuinieren voor (wilde) dieren, KNNV Uitgeverij. Zeist
– T. Hoogeveen & M. Kemperink (2014). STADStuinieren: groen geluk op postzegelformaat, KNNV Uitgeverij. Zeist
– I. van Halder, L. ten Hallers-van Hees & T. Pavlicek (2001). Vlinders in de tuin, KNNV Uitgeverij. Zeist

Bijen-/vlindervriendelijke bloemen en bloembollen
Bijenplanten
Drachtplanten
Vlinderstichting
Natuurmonumenten

PLAAGDIERTJES

Verschillende kleine diertjes worden door velen als lastig en onprettig ervaren, zoals de bladluis of de slak. Echter, in een tuin waar de variatie in de vegetatie hoog is en waar veel vogels aanwezig zijn, krijgen plaagsoorten weinig kans. Door verschillende soorten groenten, fruit of bloemen door elkaar heen aan te planten en door de rand van de moestuin te voorzien van een heg of klimplanten ontstaat de variatie die nodig is om natuurlijke bestrijders, zoals vogels en bijvoorbeeld lieveheersbeestjes, een plaats te bieden. Aantrekkelijke planten voor lieveheersbeestjes zijn brandnetels (jawel) en gewone smeerwortel. Door (knof)look te planten houdt u slakken uit de tuin. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn schadelijk voor mens en dier. Als bepaalde diersoorten toch voor een plaag zorgen, kies dan voor een biologisch bestrijdingsmiddel dat zeer gericht te werk gaat zodat nuttige insecten (zoals bijen, vlinders of het lieveheersbeestje) hier geen last van ondervinden.

TIPS

– Vervang een schutting bijvoorbeeld door een haag, of laat de schutting begroeien door klimplanten. Laat dan de onderste plank weg zodat kleine zoogdieren eronder door kunnen kruipen.

– Richt een rommelhoekje in waar de natuur zijn gang mag gaan of waar af en toe gemaaid en gesnoeid wordt. Misschien niet verwacht, maar brandnetels trekken nuttige insecten aan zoals lieveheersbeestjes en vlinders.

– Zaai wilde bloemen of poot een bijen-/vlindervriendelijk bollenmengsel, zie www.vlinderstichting.nl of www.vivara.nl – Hang een mezenkastje op aan een muur, schutting of boom. De opening van het nestkastje kan het beste op het oosten gericht zijn zodat de zon dan niet de hele dag op het kastje schijnt en het kastje niet inregent, zie bijvoorbeeld www.vogelbeschermingshop.nl of www.vivara.nl

– Huismussen hebben tegenwoordig moeite om een nestplaats te vinden omdat daken worden dichtgemaakt. U kunt de huismus helpen door een speciale mussenkast onder de dakrand op te hangen, zie bijvoorbeeld www.vogelbeschermingshop.nl of www.vivara.nl, en te zorgen voor voldoende beschutting zoals klimop of een ligusterhaag.

– Maak uw eigen bijenhotel door een blok hout te voorzien van boorgaatjes van verschillende dikte of door rietstengels te bundelen en neer te leggen of op te hangen.

I am text block. Click edit button to change this text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Zijn alle links en tips van deze website nog niet voldoende en heb je behoefte aan advies, dan kan je via ons digitale loket contact met ons opnemen.
Volg ons op twitter of facebook.